De wc-borstel
Waarom ze vond dat er een nieuwe wc-borstel moest komen wist ze niet meer precies. Was de oude versleten? Of vies? Zaten er stukjes wc-papier tussen de haren van de borstel? Dat kreeg je er inderdaad met geen mogelijkheid meer vanaf, behalve dan door het er af te peuteren. Maar wie zou dat in godsnaam doen. Dan kon je beter een nieuwe kopen. Zo duur zijn die dingen niet. Afin, waarschijnlijk was het haar hang naar perfectie. Of gewoon rusteloosheid. Als ze eenmaal iets in haar hoofd had kon ze het niet loslaten tot het was 'opgelost'. Als je al kon spreken over een probleem. Want het kwam regelmatig voor dat ze aan dingen begon waarvan de noodzaak eigenlijk niet helemaal duidelijk was. Zeker als daarna bleek dat het veel meer tijd en geld kostte dan ze vooraf had bedacht kon ze daar enorm van balen. Zoals met dat raam laatst. Ze wilde alleen de oude uitgedroogde kit er tussenuit krijgen. Al snel bleek dat de kit helemaal niet oud was. De vorige bewoner had alle kit laten verouderen behalve die van dat raam. Maar ze kon niet meer terug want ze had het al losgesneden. Dat gepeuter was lastig dus haalde ze de glaslatten los. Die natuurlijk braken. En voordat ze het wist zat er ineens een barst in het raam. Dat alles om, nu ja, niks eigenlijk.
En nu dus de wc-borstel die vervangen moest worden. Een klein klusje dat niet veel tijd in beslag nam. 's Middags fietste ze meteen vanuit de kunstacademie naar de V&D. Ze kon zich moeilijk concentreren vandaag omdat ze steeds maar aan die nieuwe wc-borstel moest denken. Ze ging de roltrap af de kelder in, want daar waren alle badkamerartikelen te vinden. Ze stond voor het rek. Keuzes maken was niet haar sterkste kant. Een simpele witte was het goedkoopst maar die had ze al dus die viel af. De duurdere hadden kleurtjes. Dat zou de boel meteen een beetje opfleuren. De keus viel op de rode. Rood met roestvrijstaal. Een soort koker waar de borstel in ging, met een dekseltje op de steel zodat je de borstel niet zag. Handig als ie vies was, dan zag je dat tenminste niet. Al was de borstel zwart, dus viezigheid zou je sowieso niet snel zien. Behalve wc-papier dan, maar dat gebeurde haar eigenlijk nooit. Ze had namelijk een speciale borsteltechniek.
Met een voldaan gevoel kwam ze thuis. Floris was er nog niet, die was vast nog op de universiteit. Snel stroopte ze het zakje van de wc-borstel en zette het als een soort pronkstuk in het piepkleine badkamertje. De badkamer was zo klein dat je na het douchen eigenlijk altijd 'vochtig toiletpapier' had. Toen ze er net kwamen wonen maakten ze daar grapjes over. Daarna was het voornamelijk irritant. Nu Floris er nog niet was kon ze snel even wat huishoudelijke dingen doen. De afwas bijvoorbeeld. Er stond weer een hele berg. Ze hadden geen vaatwasser want die paste niet in de keuken. Het huis was oud en klein en er was geen plek voor luxe apparaten zoals een vaatwasser en een droger.
Het liefste deed ze direct na het eten de afwas. Maar Floris dacht daar anders over. Als zij na het eten aanstalten maakte om de afwas te gaan doen probeerde hij haar altijd op andere gedachten te brengen. Hij begon dan diep te zuchten en vroeg 'moet dat nu?' Hij had namelijk nooit zin om af te wassen na het eten, maar voelde zich schuldig als zij bezig was en hij niet. Regelmatig liet ze de afwas ook maar gewoon zitten om gezeik te voorkomen. Dan maar afwassen op een moment dat hij niet thuis was. Op die manier was ze vaak de lul en werkte in haar eentje hele bergen beschimmelde vaat weg. Ze waste ook wel eens af voordat ze ging koken, en nadat het eten op was meteen weer. Daar was ze dan zowat een halve werkdag mee bezig.
Toen de afwas klaar was hoorde ze zijn voetstappen buiten in het portiek. Floris stapte het halletje binnen en riep 'hoi!'.
'Hee hoi. Fijne dag gehad?'. Ze kusten elkaar.
'Je moet effe in de badkamer kijken'.
'Hoezo?'
'Kijk nou maar gewoon.' Hij liep met z'n jas nog aan naar de badkamer.
'Een nieuwe wc-borstel. Wat een lelijk ding zeg! Het lijkt wel een wc-borstel uit een bordeel.' Ze werd stil. Zei toen: 'ik vond m wel mooi. Hoezo vind je hem lelijk?'.
'Die kleur. Een wc-borstel hoort gewoon wit te zijn, of van roestvrij staal, maar niet róód'.
Ze was teleurgesteld. In hem. In zichzelf. Had ze het dan verkeerd gezien? Was de wc-borstel echt zo lelijk? Op de kunstacademie leerde ze naar kunst kijken. Je leerde er uit je kader te stappen, je vaste denkpatronen los te laten. 'Je wordt eerst afgebroken om daarna opgebouwd te worden' was het motto. Sommige dingen, die ze vroeger mooi vond, kon ze nu niet meer aanzien. Haar blik was veranderd. Keer op keer had ze de discussie moeten aangaan, met haar ouders, met vrienden, met Floris. Over wat nou écht goede kunst was en waarom. En vooral: waarom het ene kunst was, en het andere decoratie. Vaak had ze tijdens zo'n discussie moeten aanhoren dat ze elitair was. Want wie bepaalde wat een goed kunstwerk was en wat niet. Het was toch gewoon een kwestie van smaak vonden zij. Floris kon haar helemaal furieus krijgen wanneer hij zich met haar kunstwerken ging bemoeien. Hij vertelde wel even hoe zij kunst moest maken. Wat wist hij er nou van. Wat ze dan tijdens zo'n discussie ook zei, hij luisterde gewoon niet naar haar. Het maakte haar wanhopig. Ze zag dan het beeld voor zich dat ze met haar handen in de lucht door een ruimte rende en heel hard 'aaaaaaaahhhhhhhhh' riep. In werkelijkheid smeet ze het servies door de kamer. Laatst zelfs nog een bord met shoarma en knoflooksaus erop.
Ze viel hem ook weleens aan, trok zijn kleding stuk, schopte hem zo hard als ze kon tegen zijn schenen. Hij bleef dan stoïcijns zitten, want hij wilde geen vrouwen slaan. Ze liep ook wel eens weg. Maar dat werkte meestal niet zo goed. Dan wilde ze de deur met een knal dichtgooien. Maar dat stomme ding maakte niet zo veel geluid want de borstel onder de deur haalde de vaart eruit. Wat wél goed werkte was het dichtsmijten van de keukenkastjes. Het was zo'n goedkoop keukentje van spaanplaat en deurtjes zonder soft closing. Die maakten veel herrie als je ermee smeet. Dat geluid weerspiegelde tenminste haar boosheid en frustratie. Zo'n scherpe venijnige knal. En dat tien, twaalf keer achter elkaar. Het gootsteenkastje begon alleen wel een beetje stuk te gaan bij het scharnier. Dat was dan weer het nadeel van spaanplaat.
Ze had lange tijd een bepaald servies dat tijdens ruzies gespaard bleef. Met van die kletsende vrouwen erop die thee dronken. Er stonden tekstballonnen bij met daarop de tekst 'bla bla bla'. Alsof alle vrouwen onzin uitsloegen. Ze had zelf een theepot en vier kopjes gekocht. Van haar schoonmoeder kreeg ze steeds wat losse items erbij zoals een suikerpot of gebaksbordjes. Tot ze ineens inzag dat het een vreselijk servies was. Ze schaamde zich dat ze het überhaupt had, en dat het op een prominente plek in de kamer stond. Op een dag had ze het allemaal in een vuilniszak gedaan en hop zo de container in gegooid. Zou het ook zo lopen met de wc-borstel. Had ze het écht zo verkeerd gezien?
Twee dagen gingen voorbij en de wc-borstel werd in gebruik genomen. Al bleef er in haar hoofd een stemmetje zeggen: wat een lelijke wc-borstel. Het voelde gewoon alsof dit nog niet was afgesloten. Zou ze de borstel terug brengen? Ze dacht dat ze er nog geen poepresten mee weg had geveegd. Floris misschien wel, maar dat wist ze niet. Ze liep naar de badkamer, haalde de borstel uit de houder en bekeek hem. Hij zag er nog goed uit. Maar het was natuurlijk ook een zwarte borstel, daar zag je geen viezigheid op. Ja ze wist het zeker. Ze ging de wc-borstel terugbrengen. Ze had er geen zin in om van Floris steeds maar te moeten horen dat de borstel thuis hoorde in een bordeel, dat ie lelijk was. Net als met dat bed dat ze kocht voor in haar studentenkamer toen Floris en zij nog niet samen woonden. Het was het eerste bed dat ze kocht. Voorheen had ze gewoon op een matras op de grond geslapen. Maar nu had ze een echt tweepersoons bed gekocht bij Ikea. Oma had twee lattenbodems over omdat ze zelf ook een nieuw bed gekocht had. Dus die mocht ze hebben. Het waren allemaal universele maten dus dat zou perfect passen.
Het in elkaar zetten deed ze alleen. Het was handiger geweest om dat samen te doen. Maar ze was een powervrouw en kon dit alleen! Bovendien was Floris erg onhandig en werd hij snel kwaad als er iets tegenzat bij het klussen. Ze had geen zin in zijn gescheld en getier. De bedombouw had ze super snel klaar. Maar de lattenbodems bleken te klein, of de ombouw te groot. Ze bleven in ieder geval niet op het onderstel liggen. Wat had ze gebaald! Floris zei natuurlijk: 'ik dacht wel dat het niet zou passen. Dat krijg je ervan als je voor de goedkoopste optie kiest'.
Huilend belde ze haar vader op. Ze had er zo naar uitgekeken om vanavond nog in haar nieuwe bed te slapen en nu kon dat niet. Haar vader beloofde dat hij in het weekend naar haar toe zou komen om haar te helpen het bed te maken. Uiteindelijk werd het opgelost door vurenhouten latten kruislings in het bedframe te schroeven. Daar bovenop werden de lattenbodems gelegd. Het was nu een prima bed. Maar vanaf het eerste moment vond Floris het een 'kutbed'. Hij weigerde dan ook om er in te slapen. Wat resulteerde in het feit dat ze nooit op haar studentenkamer sliepen maar altijd bij hem. Tot ze gingen samenwonen en het bed mee verhuisde. Het was nu hún bed. Hun kutbed.
Ze had nog steeds de wc-borstel in haar hand en bekeek hem goed. Als ze hem terug wilde brengen mochten ze er niet achter komen dat ie al gebruikt was. Dan zou ze daar echt voor paal staan. De enige gebruikssporen die ze zag waren druppels. Ze moest er voor zorgen dat die druppels opdroogden. Dat ging natuurlijk het gemakkelijkst met een föhn. Die lag hier toch. En eigenlijk had een wc-borstel ook een soort kapsel, een borstelkapsel. Er waren mensen en die hadden echt zo'n kapsel. Van die stugge stekels op je hoofd. Als je daar dan gel in deed was het net een ragebol. Steel er op en je kon zo de spinnenwebben van het plafond halen.
Ze pakte de föhn in haar ene hand en de borstel in de andere en begon te föhnen. Hoeveel mensen op de wereld hadden er ooit een wc-borstel geföhnd? Dat zouden er vast niet veel zijn. De borstel was al snel droog. Nu nog de koker zelf. Dat kon gewoon met een keukenpapiertje. Ziezo, helemaal als nieuw! Ze deed de borstel terug in het omhulsel en stopte het geheel daarna in het originele V&D tasje.
Ze fietste naar de stad met de wc-borstel in haar rugzak. Ze maakte al plannen wat ze met het geretourneerde geld zou gaan doen. Zou ze meteen een nieuwe kopen? Of misschien een mooi boek? Ze liep de roltrap op en passeerde wat mensen. De informatiebalie om artikelen te ruilen was op de eerste etage waar ook de damesafdeling was. Er stonden twee mensen te wachten in de rij. Ze sloot ongeduldig aan. Toen ze aan de beurt was haalde ze het zakje met de wc-borstel uit haar tas en zette een neutraal gezicht op.
'Ik wil dit graag ruilen' zei ze.
'Heb je het bonnetje?'.
'Ja, die heb ik'. Ze zette haar rugzak op de balie, ritste hem wat verder open en viste er de bon uit. Ze gaf hem aan de caissière. De caissière streek de bon glad en bekeek hem.
'Dit is de verkeerde'.
'De verkeerde?'
'Ja, op deze bon staan alleen onderbroeken.'
Ze pakte het bonnetje aan en bekeek het. Het klopte inderdaad. Ze had hier twee weken geleden ook witte onderbroeken gekocht. Daarvoor moest je bij de V&D zijn, voor degelijkheid. Ze pakte haar tas er weer bij en begon te graven tussen de spullen: een boek, tampons, make-up, allerlei andere bonnetjes, snoeppapiertjes, gebruikte zakdoekjes, zand. Ze vond van alles behalve het juiste bonnetje.
'Ik heb hem niet. Ik kan het niet vinden. Maar ik heb de borstel hier echt gekocht vorige week'. Ze kreeg het warm en begon een beetje te zweten.
'Zonder bonnetje kan er niet geruild worden'.
Ze werd lichtelijk wanhopig. 'Ik wil hem echt ruilen want ik hoef hem niet'.
De manager werd erbij gehaald. Die was al helemaal onvermurwbaar. 'Sinds kort hanteren we nieuwe regels. Ruilen kan alleen nog mét bon'. Ze droop af. Ze wist even helemaal niet meer waar ze het zoeken moest. Besluiteloos draalde ze langs de rekken dameskleding. Ze kón de wc-borstel gewoon niet mee terug naar huis nemen. Het kón niet. Waarom snápten ze dat niet. Dat bonnetje zou ze waarschijnlijk niet meer vinden. Die had ze vast tijdens haar opruim buien weggegooid. Haar vader kon ook van die buien hebben. Als een soort orkaan ging hij dan door het huis. Mama tot wanhoop drijvend. Die kon dan later alle 'opgeruimde spullen' uit de kliko vissen.
Het zakje met de wc-borstel erin brandde in haar hand. Nu even helder nadenken, rustig worden. Ze moest van de wc-borstel af. Maar hoe? Ze moest hem lozen, van hem af. Ze keek om zich heen en zag een mooi plekje tussen de bloemetjesjurken. Een beetje verscholen, maar toch ook zichtbaar. 'Sorry' zei ze zacht. 'Ik hoop dat je een fijn thuis krijgt'. Ze zette hem neer en liep snel weg, de roltrap af, de zware glazen deuren door. Van plan alles snel te vergeten, uit haar geheugen te wissen, alsof het nooit gebeurd was.